Jeugdzorg

Jeugdzorg

Door de jeugdzorg te decentraliseren heeft het Rijk het vertrouwen uitgesproken in gemeenten dat zij

samen met de jeugdzorgaanbieders de jeugdhulp kunnen organiseren. Om de transformatie te laten

slagen zal er verder ingezet gaan worden op preventie en vroegsignalering, zodat kinderen eerder

ondersteuning krijgen. Ouders en kinderen zijn erbij gebaat als op het juiste moment de juiste zorg

beschikbaar is. Zo licht of zo zwaar als nodig is. Hiervoor is nodig dat de zorgvrager, het gezin, samen

met de omgeving en professionals een plan maakt.

In het hulpverleningstraject willen we de eigen kracht en de netwerken van gezinnen inzetten en

versterken. Jeugdhulp moet beschikbaar zijn voor alle kinderen en ouders die ondersteuning nodig

hebben. Om snel hulp te kunnen bieden is het belangrijk om de zorg dichtbij plekken te organiseren

24

Hart voor elkaarwaar kinderen verblijven. Dit kan door onderwijs en jeugdzorg samen arrangementen te laten

ontwikkelen of de jeugdzorg op scholen spreekuren te geven. De ChristenUnie-SGP pleit voor

expertise in de kinderopvang of school. Zo wordt ingezet op preventie en wordt voorkomen dat op

termijn doorstroming naar zwaardere en duurdere vormen van zorg nodig is. Tegelijkertijd

ondersteunt deze expertise de leerkracht die met zijn of haar zorgen over een kind, samen met de

ouders, terecht kan bij een professional die de zorg overneemt.

De ChristenUnie-SGP wil extra investeren in pleeggezinnen, gezinshuizen en steungezinnen om het

aantal uithuisplaatsingen en opvang in instellingen terug te dringen en zwaardere

hulpverleningstrajecten te voorkomen.

Concrete voorstellen

• De gemeente voert actief regie op de wachtlijsten/wachttijden en zorgt dat deze binnen de

afgesproken normen blijven. Hierbij wordt samen met aanbieders gekeken naar de

doorstroom;

• Voor jongeren die vanuit de jeugdzorg op eigen benen komen te staan, biedt de gemeente een

veilige plek en een sociaal vangnet. Dit kan bijvoorbeeld door het concept van Stichting Kamers

met Aandacht;

• Laagdrempelige hulp op school behouden door inzet van schoolmaatschappelijk werk;

• De gemeente stimuleert de huisartsen om praktijkondersteuners voor de huisarts (POH’s),

gericht op GGZ Jeugd in te zetten. Hiermee realiseert men laagdrempelige hulp voor de jeugd;

• De gemeente heeft aandacht voor de overgang van hulpverlening als jongeren 18 jaar worden.

Zorgaanbieders hebben de zorg voor een soepele overgang van hulpverlening van 18- naar

18+;

• We ondersteunen kinderen van ouders met psychische problemen of een verslaving door het

beschikbaar stellen van KOPP-trainingen.